Ommen ontvang van bisschop Otto III stadsrechten, en hij voerde de opdracht door om de stad met houten muren te versterken. Echter, deze muren werden in 1330 verwoest door een brand. De opdracht voor het maken van de nieuwe stadsmuren van Ommen kwam pas vijftig jaar later van bisschop Floris van Wevlinkhoven, die op deze manier probeerde zijn gebied te versterken. De gedeeltelijk aarden wallen functioneerden goed als bescherming tegen aanvallen met stenen aan kanonnen, doordat het zand van de wallen de projectielen smoorden. Echter, de aarden wallen waren niet bestand tegen het geweld van nieuwe, krachtigere kanonnen, waardoor de muren hun functie in de loop van de middeleeuwen verloren. De muren werden dan ook in 1518 afgebroken waardoor Ommen zijn beschermde en beschutte plek verloor en daardoor kwetsbaar werd voor aanvallen van buitenaf. Stenen uit de afgebroken muur werden opnieuw gebruikt voor de versterking van een belangrijke plek, ditmaal voor het kasteel in Coevorden.