Grafheuvels op de Friezenberg

Dr. F. C. Bursch, conservator van het oudheidkundig museum te Leiden, heeft dezer dagen zijn onderzoek beeindigd naar een drietal grafheuvels in de nabijheid van de Friezenberg, tussen Markelo en Ryssen. Twee der grafheuvels bleken te stammen uit de overgang van het stenen naar het bronzen tijdperk. Zij behoren tot de z.g. koepelgraven, waarin meestal slechts een dode werd bijgezet. In de ene heuvel tekende zich het fundament van de bouw duidelijk af. In het midden lag de grafkuil, die tamelijk ondiep was, zodat er geen sporen van den dode zelf werden aangetroffen, doch wel de geschenken, die hij had medegekregen. Namelijk scherven van een klokbeker, die reeds door vroegere ingravingen vernield was, een stenen mes en een stenen bijl. In de andere heuvel moet de dode bijgezet zijn geweest in een uitgeholde boomstam. Vermoedelijk van eikenhout. In de derde grafheuvel, die van omstreeks 800 voor Chr. dateert, waren op een natuurlijke verhoging van de grond enige urnen , die de verbrande beenderen van den dode bevatten, bijgezet. Voorts werden beenderen aangetroffen, die zonder urnen in de grond waren gestopt. De begraafplaatsen waren bedekt met grote keien. Het aardewerk van de enige gave urn, die gevonden werd is grof en de urn vertoont nog de vorm van het bronzen tijdperk. Enkele fijnere stukken aardewerk wijzen op zuidelijke invloeden. De vondsten zijn naar het oudheidkundig museum te Leiden overgebracht.

App data
Grafheuvels op de Friezenberg
Friezenberg, indicatie locatie
krantenartikel
Camping: Bovenberg
Bron: Het volk: Dagblad voor de arbeiderspartij, 15-11-1940
Dr. F. C. Bursch, conservator van het oudheidkundig museum te Leiden, heeft dezer dagen zijn onderzoek beeindigd naar een drietal grafheuvels in de nabijheid van de Friezenberg, tussen Markelo en Ryssen. Twee der grafheuvels bleken te stammen uit de overgang van het stenen naar het bronzen tijdperk. Zij behoren tot de z.g. koepelgraven, waarin meestal slechts een dode werd bijgezet. In de ene heuvel tekende zich het fundament van de bouw duidelijk af. In het midden lag de grafkuil, die tamelijk ondiep was, zodat er geen sporen van den dode zelf werden aangetroffen, doch wel de geschenken, die hij had medegekregen. Namelijk scherven van een klokbeker, die reeds door vroegere ingravingen vernield was, een stenen mes en een stenen bijl. In de andere heuvel moet de dode bijgezet zijn geweest in een uitgeholde boomstam. Vermoedelijk van eikenhout. In de derde grafheuvel, die van omstreeks 800 voor Chr. dateert, waren op een natuurlijke verhoging van de grond enige urnen , die de verbrande beenderen van den dode bevatten, bijgezet. Voorts werden beenderen aangetroffen, die zonder urnen in de grond waren gestopt. De begraafplaatsen waren bedekt met grote keien. Het aardewerk van de enige gave urn, die gevonden werd is grof en de urn vertoont nog de vorm van het bronzen tijdperk. Enkele fijnere stukken aardewerk wijzen op zuidelijke invloeden. De vondsten zijn naar het oudheidkundig museum te Leiden overgebracht.