Krishnamurti en de ‘gewone Ommenaar’

Krishnamurti-kenner Siem van Eeten vertelt over de betekenis van Krishnamurti voor de gewone Ommenaar: “Tot 1923 bestond Ommen uit twee gemeentes. Eén ten zuiden van de Vecht en één ten noorden. Over de brug was het kleine, protestantse stadje Ommen, beneden zat de adel. De Sterkampen waren meer de aangelegenheid van de laatsten. Ook Krishnamurti leefde niet in het noorden, maar in het zuiden, tussen de adel, de Van Pallandts en de dubbele namen om het zo maar te zeggen. De mensen uit het noorden wilden wel als ze wat konden verdienen aan de Sterkampen, spullen verkopen of een taxidienst aanbieden. Als je eraan kunt verdienen is het altijd goed, was de teneur, zo ging dat voor de lokale bevolking. Er was hier ook wel een uitspraak, “de domm’n komen in dromm’n naar Omm’n”. Er was in het noorden niet echt voeling met de Sterkampen, maar men was wel vreselijk nieuwsgierig. Want ik weet wel van wat oudere mensen, dat ze stiekem naar de tent toe gingen om onder het zeil door te kijken… Krishnamurti was immers een mooie knappe man. Er zijn ook oude mensen uit de omgeving die ernaar vragen. Want Krishnamurti was een grote naam hier, maar hoe of wat hij precies was, dat weet men dan niet”.