Verdwenen steenoven aan de Regge

Op deze locatie heeft amateurarcheoloog Bert Terlouw een nog onbekende steenoven ontdekt. Uit brononderzoek blijkt dat de Leidenaar Carel Godefroi in 1840 een stuk grond aan de Ledeboerweg in Lemele kocht, waar hij een steenpannen- en tichelfabriek op wilde starten. Met medewerking van Elias Ravenhorst en de dominee van Raalte, Dirk Blikman Kikkert, werd het maatschap beklonken. De steenfabriek stond bekend als De Tichelarij en bood werk aan ongeveer dertig mensen. Nadat in 1855 begonnen werd met het Overijssels kanaal tussen Almelo en Zwolle, traden de compagnons een voor een terug uit de steenfabriek. Het lijkt erop dat de steenoven tussen 1855 en 1862 weer is verdwenen. Steenovens maakten in het midden van de negentiende eeuw overal een enorme opkomst. Men kon er in korte tijd veel geld mee verdienen. Later in de eeuw veranderde de techniek van de productie van stenen, waardoor er ook weer een flinke neergang was in het aantal steenovens. De steenoven aan de Regge, overigens de enige aan deze rivier, lijkt een symptoom van die opkomst en ondergang te zijn. Aan steenovens uit die tijd zat ook een keiharde kant. Er was veel kinderarbeid en uitbuiting van de allerhoogste orde: kinderen van 7 jaar die 14 uur per dag met stenen liepen te sjouwen. Het zijn de vennoten die enorm konden profiteren ten koste van de mensen uit de buurt.

App data
Verdwenen steenoven aan de Regge
De Belte, Lemele
interview
Camping: Lemeler Esch
Bron: Interview met Bert Terlouw, 2019
Op deze locatie heeft amateurarcheoloog Bert Terlouw een nog onbekende steenoven ontdekt. Uit brononderzoek blijkt dat de Leidenaar Carel Godefroi in 1840 een stuk grond aan de Ledeboerweg in Lemele kocht, waar hij een steenpannen- en tichelfabriek op wilde starten. Met medewerking van Elias Ravenhorst en de dominee van Raalte, Dirk Blikman Kikkert, werd het maatschap beklonken. De steenfabriek stond bekend als De Tichelarij en bood werk aan ongeveer dertig mensen. Nadat in 1855 begonnen werd met het Overijssels kanaal tussen Almelo en Zwolle, traden de compagnons een voor een terug uit de steenfabriek. Het lijkt erop dat de steenoven tussen 1855 en 1862 weer is verdwenen. Steenovens maakten in het midden van de negentiende eeuw overal een enorme opkomst. Men kon er in korte tijd veel geld mee verdienen. Later in de eeuw veranderde de techniek van de productie van stenen, waardoor er ook weer een flinke neergang was in het aantal steenovens. De steenoven aan de Regge, overigens de enige aan deze rivier, lijkt een symptoom van die opkomst en ondergang te zijn. Aan steenovens uit die tijd zat ook een keiharde kant. Er was veel kinderarbeid en uitbuiting van de allerhoogste orde: kinderen van 7 jaar die 14 uur per dag met stenen liepen te sjouwen. Het zijn de vennoten die enorm konden profiteren ten koste van de mensen uit de buurt.
Arbeiders bij een steenbakkerij / Creative Commons 4.0 ERH010002498